Fanatiek anti-Kathaars:Trobairitz Gormonda de Monpeslier

TEKST groter lettertype kleiner lettertype

vrijdag 16 januari 2015 om 09:20 uur.    |    Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 2762 maal bekeken.


katharen en troubadours verschenen reeds enkele bijdragen . En in ‘Trobairitz: dames-troubadours’  behandelde ik het fenomeen van vrouwelijke troubadours. Het lange sirventès of dienaarslied van Gormonda de Monpeslier is het enige dat onder haar naam tot ons is gekomen. In alle opzichten is het exceptioneel voor haar tijd. Het wordt beschouwd als het eerste politieke gedicht dat door een vrouw werd geschreven.

Omdat het alludeert op de dood op 8 november 1226 van de Franse koning, Lodewijk VIII kunnen we met zekerheid stellen dat het werd geschreven tussen 1226 en 1229, het jaar van het Verdrag van Meaux. Het is een heftige repliek tegen de sirventès van Guilhelm Figueira, het is aan hem gericht en tegen de ketters. Strofe voor strofe herneemt zij zijn lied, imiteert het rijmschema en de rijmen maar in omgekeerde zin, dus tegen de ketterij. Het begint met een lofzang op Rome en terzelfder tijd richt zij haar verwijten aan haar vijanden: de troubadour Figueira en ketters. Volgens haar is het zelfs door deze laatsten dat de hoofse waarden verdwijnen. Totz bos faitz cortes e.ls encausse’ e.ls enserra (3)

Pegz de Sarrazis e de plus fals coratge/ Hereties mesquis son. Qui vol lur estatge,/ Ins el foc d’abis va se.n loc salvatge/ En dampnatio (4)

Zij verwijt Rome dat deze niets onderneemt tegen de Saracenen, de ketters echter zijn nog slechter. Dit kadert in de door Bernardus van Clervaux(1090-1153) gevormde katholieke visie op ketterij. Heresie komt van het Griekse woord hairesis (αἵρεσις) wat ‘keuze’ betekent. Zich doelbewust van het orthodoxe geloof afkeren was een zwaarder vergrijp was dan ongeloof. Zij weerlegt stuk voor stuk de aantijgingen van Figueira tegen de Roomse kerk zoals Le Sac de Béziers (juli 1209) waarin hij deze van christenmoord beschuldigd. Dit is voor Gormonda geen valabel argument want ze waren allemaal ketters. Trouwens Si no.s pess’en pas/Non es chrestias/ ….Totz es fols e vas (5) Ketters zijn gluiperig en verdorven en behouden in het geheim steeds hun geloof. Zij preciseert echter deze nergens. Het is dus waarschijnlijk dat niet enkel de katharen worden geviseerd. Fals heretges quetz,/ Que non temon vetz.(6)  Zij constateert dat dezen nooit een mirakel hebben verricht, een bewijs dat de ketterij niet deugd. Qu’anc negus vertutz non fe. (7) Heftig, haast fanatiek valt zij de ketters aan. Enthousiast verdedigt zij het spirituele en absolute gezag van de katholieke kerk en rechtvaardigt de repressie.

Men kan aannemen dat Gormonda de Monpeslier door het imiteren van de Sirventès van Figueira in combinatie met haar kennis van de politieke gebeurtenissen een niet  verwaarloosbare eruditie bezat. Het is eveneens mogelijk dat de katholieke clerus zijn boodschap in de volkstaal heeft willen overbrengen om zo de ketterse middens te bereiken die het Occitaans en niet het Latijn gebruikten. Misschien stond zij dicht bij de mentaliteit van de Dominicanen aan wie de Inquisitie was toevertrouwd.

 Frank De Vos

(1)  (2)Zij jagen op alle goede hoofse dingen en sluiten ze op

(3)Slechter dan Saracenen en met vals hart

(4)Wanneer men aan vrede denkt is men geen christen….Men is zot en vals

(5)De mentaliteit van een Sarraceen , en met een heel slecht karakter zijn ketters onbetrouwbaar. Wie hun verslaan wil gaat naar het vuur van de afgrond in een wilde plaats, in de  verdoemenis”.

(6) Omdat zij nog nooit enige deugdelijke daad (mirakel) stelden.




Vorige werk: Een elite dicht en zingt Terug naar overzicht In de armen van Clio Volgende werk: Trobairitz: dames-troubadours