Ontmoetingen: Laura's Blijde Intrede

TEKST groter lettertype kleiner lettertype

zaterdag 19 augustus 2017 om 14:22 uur.    |    Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 3157 maal bekeken.


Laura’s Blijde Intrede

 

 

S’amor non è, che dunque è quel ch’io sento?

Ma s’egli è amor, perdio, che cosa et quale?

Uit Sonnet CXXXII, Francesco Petrarca

“Na intens overleg kan ik u na afloop van onze ovalentafelconferentie – een ronde hebben we niet - met vreugde melden dat een poesje voortaan op het wereldberoemd adres van vrouwlief en mezelf zal verblijven. Met de naam ‘’ Laura ‘’ zal zij in ons en haar kattenleven verder bestaan. Enige dichterlijke inspiratie was hieraan niet vreemd want Laura was Petrarca’s grote liefde aan wie hij in zijn Canzoniere vele gedichten wijdde. Bovendien ontmoette deze grote dichter haar in Avignon, jawel in mijn geliefd Zuid-Frankrijk. Met zijn lyrische aanbidding van de vrouw en de liefde, blijft hij een ongeëvenaarde opvolger van de verdwenen Trobadors en Trobairitz. Wij overwegen suikerbonen bij de eerste de beste gelegenheid. Tot zover deze mededeling”

Vermits geen enkel persagentschap het wou overnemen plaatste ik op vier augustus 2017 bovenstaand bericht op facebook. Op die dag deed Laura haar blijde intrede.

 

Laura is een speelse, vreedzame poes met grote verstandige en steeds gerichte ogen zonder hangende wallen zoals deze onder de mijne. Haar ogen zijn gedrenkt in woordeloze wijsheid.

Eindelijk nam iemand me de woorden uit de mond, eindelijk bespaart iemand me het vermoeiende praten. Het is zalig om met Laura te mogen zwijgen. Meer en meer strekt ze zich ronkend op mijn schoot om mij af en toe aan te kijken. Dat ronken lukt me wel niet maar ik heb me voorgenomen om Kats te leren. Samen kunnen we dan op Netflix een film van Rocky, Rambo, Batman, Spiderman of Planet of The Apes bekijken en desgewenst becommentariëren. Alle cultuur is ons vreemd.

Niets merkwaardigs is ons verder eigen. Samen zijn we gevlucht naar een toekomst zonder kloven, zonder woorden in een gedicht in het wit op een blanco vel achtergelaten. Met ons twee zijn we hier ontzettend populair en dat alleen al is voldoende.

Laura eigent zich geen kennis toe die ze niet heeft, heeft geen mening, zwaait niet met een kijvend pootje, geeft geen advies, geen Gouden Raad van Tante Kaat die op de sociale en andere media blijft reïncarneren: wat we al of niet mogen eten en drinken, denken of niet denken, de reisjes die ge moet maken, wat ge moet zien, analyses, pleidooien voor duurzaamheid, groene dogma’s met overtollige missie-ijver zoals de LEZ ofte Lage Emissiezone in Antwerpen. Opmerkelijk dat men in deze stad altijd mag zondigen want voor 350€ kan men zijn mea culpa, mea maxima culpa afkopen. 350€ voor een jaarlijkse aflaat, 350 Weesgegroetjes of Onzevaders als absolutie te bidden na de biecht. Het Katholieke wijwater verpakt als struikroverij blijft dit vlakke land zegenen. Laura geeuwde toen ik het haar allemaal probeerde uit te leggen.

Wij zijn geen achterhoede, geen spits, geen vaderland kleeft aan mijn en haar poten. Laura is geen droevig kind van een droeve moeder. Wij hebben geen dromen, geen heilstaat, geen wereld is de onze. Ons aards bestaan is zo vreemd als een roman uit een uitleenbibliotheek waar wij nooit komen. Mens-moe en zo is ons lot pure luxe en exquis, onze dood zal geen leemte vullen. Wij treuren niet. Het is ons recht om vergeten te worden. Dat is wat ik zelfvertrouwen zou willen noemen.

De wereld gaat en gaat, als lang na dezen

mijn roem verging, mijn kennis hooggeprezen.

Wij werden vóór ons komen niet gemist,

na ons vertrek zal het niet anders wezen.

Omar Khayyam - Uit Rubaiyat

In haar snorharen spiegel ik de mijne. Haar vacht is een magisch maatpak betegeld met een speelse mozaïek in zwart-wit waarover mijn ogen dwalen tussen licht en duister, macht en onmacht, goed en kwaad, zekerheid en twijfel. Het is goed toeven in haar gezelschap waar we beiden zijn bevrijd van onze eigen belangrijkheid, de gesel van de bekeringsdrang van profeten en hun zeloten.

“Freedom: To ask nothing. To expect nothing. To depend on nothing.”, Ayn Rand

Als privaat pretpark hebben we voor Laura een grote krabpaal in onze woonkamer geïnstalleerd. Zo kan zij naar hartenlust toeristen zonder andere toeristen. Exclusiever kan niet of ik moet er ook in gaan hangen.

’s Morgens klinkt haar gemiauw als een filosofische roep om eten. Met een ronkend vertrouwen komt ze op me af. Zij kent geen ernst om over te struikelen, geen zwaartekracht om onder te bezwijken. Ik zie haar dan ook nooit tot facebook toetreden.

Tot zover het verslag over Laura’s Blijde Intrede.

Frank De Vos




 Terug naar overzicht  Volgende werk: Ontmoetingen: Le Grand Bart