Kitsch, de kunst van de massa. Kunst, de kitsch van de elite.

TEKST groter lettertype kleiner lettertype

vrijdag 1 augustus 2014 om 09:31 uur.    |    Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 3001 maal bekeken.


Deze column verscheen op Mededelingen van het CDR op 2.8.14

Mijn moeder las de suikerzoete romans van Hedwig Courths Mahler (1867-1950), smalend "keukenmeidenromannetjes" genoemd, en mijn vader zingt uit volle borst nog steeds Vader Abraham had zeven zonen mee. Toen hij mijn cd Quirilian had beluisterd ontbraken er volgens hem toch enkele ‘plezante’ liedjes. ( Ik ben een triestige plant,pa. Ik weet het, pa.)

In talloze huiskamers hangt ‘ De Wenende Jongen’ van de Italiaanse kunstenaar Giovanni Bragolin (1911–1981), dat ontelbare malen werd gereproduceerd. Tot op het toilet hangen de talloze reproducties van de irissen of zonnebloemen van Vincent Van Gogh. Waarom nu het doek van Bragolin als kitsch wordt beschouwd en het bezwete voorhoofd van Jean-Marie Dedecker door Luc Tuymans (handig van een foto afgekeken/afgeborsteld) niet, blijft verre van eenduidig. ‘Kitsch’ is een woord zo glad als een paling. Je neemt het vast en het glipt uit je handen. 
    Luc Tuymans
 

In ‘ De structuur van slechte smaak’ behandelt Umberto Ecco dit onderwerp (1). En onlangs vond ik op internet een briljant artikel van Maarten de Kroon (2)
‘ Het begrip kitsch is zo goed als zeker een 19 de -eeuwse Duitse uitvinding van de heersende klasse om de verkeerd begrepen smakeloze ’kunst’ van de opkomende lagere klasse (en nouveaux riches!) te kunnen veroordelen. Een woord voortgekomen uit minachting, en misschien zelfs angst, voor de opkomst van de massacultuur. Verkitschen: goedkoop maken”. (Misschien moet die ‘echte’ kunst daarom zo (h)eerlijk onbetaalbaar zijn).
 

‘Kitsch is de kunst van de massa. Kunst, de kitsch van de elite’ is de synthese van een gesprek met vrienden in een ver verleden. Deze zinsnede is in mij blijven leven. Wat is kunst en wat niet ? Ook nu weer met de Museumnacht van 2 augustus in aantocht, overpeins ik deze van 3 augustus 2010. Het was de laatste maal dat ik deelnam aan dit evenement. Die avond pendelde ik in Antwerpen tussen het MUHKA ( Museum voor Hedendaagse Kunst Antwerpen) en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. Jan Van Riet sloot met ‘Closing Time’ het KMSK voor een renovatieperiode van drie jaar. Waarom dat marketing-Engels wel, en niet ‘L’heure de fermeture’, ‘Tempo di chiusura’ of ‘ Hora de cierre’ vroeg ik me toen af. Alleen in het (VL)Engels mag kunstzinnig Vlaanderen stralen. Niettemin, heel intelligent confronteerde hij daar zijn eigen werk met schilderijen uit de gangbare collectie en de reserve van het museum. Zoveel moois had ik nog nooit bij elkaar gezien.
Op elke berg moet er nu eenmaal een vlag wapperen. Zo ook in het MUHKA waar er zo maar een berg glasscherven lag te liggen. Dus had men er zo maar een titel bovenop geplant om er zo maar op te wapperen. Bij het bekijken van de schilderijen, velen ‘Zonder Titel’, dacht ik aan een zin van Bill Bryson:’ with the sort of patterns you get when you rub your eyes too hard”. Ik zoek nog steeds het verheven woord voor het conceptueel verhevene waarvoor ik als onkundige toeschouwer beaat moet beven.
Dit alles had tot gevolg dat ik nooit nog één voet in die hedendaagse kunsttempel van het MUHKA heb gezet en nog zal zetten. Op die derde augustus spookte Musée de Beaux Arts van W.H.Auden door mijn hoofd.
Musée des Beaux Arts W.H. Auden
About suffering they were never wrong, The Old Masters: how well, they understood Its human position; how it takes place While someone else is eating or opening a window or just walking dully along; How, when the aged are reverently, passionately waiting For the miraculous birth, there always must be Children who did not specially want it to happen, skating On a pond at the edge of the wood: They never forgot….
Misschien is kunst niet meer dan een acte van geloof aan de Kunstpauzen, de hooggeprezen, zwaar gesubsidieerde Kingmakers met hun steeds ja-knikkende zeloten in de media. Uit lijfsbehoud zwijg ik over de taalschurft die me telkens te beurt valt en als het velours kleedje rond pruimen in de ochtend het oneetbare moet verbergen.
Met W.H.Auden blijf ik een oubollige, aftandse veteraan aangeschoten door het verleden. En met mijn tegengezever blijf ik een trotse tegenlever.
Uw artistieke analfabeet,
Frank De Vos
(1) Umberto Eco De structuur van de Slechte Smaak , 405 blz Uitgeverij Bert Bakker ISBN 9789035103825
(2) http://www.maartendekroon.nl/4.htm
 




Vorige werk: De weemoed van Filip De Pillecyn Terug naar overzicht Letteren  Volgende werk: 2013 eigenzinnig in boeken