De Neder-Vlaming...

TEKST groter lettertype kleiner lettertype

donderdag 20 juni 2013 om 14:09 uur.    |    Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 1777 maal bekeken.



Er was eens een tijd – het lijkt wel alsof er nu een sprookje ontspringt- toen een uitgever nog een uitgever was. Hij gaf dus simpelweg een boek uit zonder dat eerst een negatieve recensie diende te worden verbrand of een andere marketingtruc moest worden bedacht om de mediavrienden te bedienen. Bij een boek stak hij een hoffelijk kaartje, wellevend gesteld in de aftandse U-vorm ( jawel met hoofdletter):
“Zeer geachte boekenvriend, Wellicht stelt U er prijs op, van onze nieuwe uitgaven op de hoogte te worden gehouden. Mocht U nog geen kaartje als dit hebben ingevuld, dan kunt U dit nu doen. Het zal ons een genoegen zijn van Uw belangstelling goede nota te nemen.”
Ge diende uw naam, adres, woonplaats, leeftijd,geslacht en de titel van het boek waarin het kaartje stak in te vullen. Ik vond zo een kaartje in “Nooit meer slapen” van Willem Frederik Hermans. Het was te frankeren als briefkaart en terug te zenden aan Uitgeverij De Bezige Bij, van Miereveldstraat 1, Amsterdam-Z.

De autarkische Hollander.                                                                                    

In een van zijn meesterlijke columns die eveneens als een antropologische studie kan worden gelezen, wees Cees Nooteboom enkele decenia geleden op het hoog autarkische karakter van de Hollander. Met zijn sleurhut ook wel “ker-ven” genoemd, trekt deze noordse broeder vanaf juni de jaarlijkse vakantietrek naar het Zuiden op gang. Voor zijn vertrek zingt deze dartele Bezige Bij het liedje Ik heb mijn wagen volgeladen. Wel niet met oude wijven. Om niet te ontheemden stouwt hij deze vol met onvervalste polderaardappelen, blikjes Unoxsoep, pakjes D.E.koffie , bollen Gouda, potten pindakaas, Gelderse rookworst, Goudse stroopwafels en enkele kratten Heineken. Stel u voor dat hij in Frankrijk bij Au Champs met rantsoeringsbons moet aanschuiven.
Natuurlijk gaat hij daar wel eens op restaurant. Met enkele zuinig opgedolven resten school-Frans in zijn zuiderzeese vuurtoren, aanhoort hij het menu die de dienster keurig en voor de zoveelste maal die dag aan een tafel komt opdreunen. Als entrée is een salade geen probleem want het woord komt gelukkig ook in het Engels voor. Dus deze hindernis wordt met de beate glimlach der gelukzaligen genomen. Pas bij de Mijotage du jour of Plat de résistance breekt hem het angstzweet uit. Er rest hem niets anders dan met een benepen hart en toegeknepen achternaam te nemen wat hij niet verstaat; bij voorkeur het laatste. Pas bij het dessert kan hij opnieuw opgelucht ademen want le mousse au chocolat lijkt verdacht veel op een chocolademousje. Dus een banale île flottante of nog erger een baba au rhum kan hij als een volleerde gastronoom afwijzen. Terug thuis zullen deze exquise culinaire uitspattingen worden naverteld.
Zijn stilaan van de reuma gekromde en belerende wijsvinger kan hij er helaas niet opsteken. Dat is natuurlijk anders in het geliefde Vlaanderen. Eens hij de Belgische grens oversteekt zoekt hij tevergeefs naar een broodje kroket in een muur, vindt hij in Antwerpen een bolleke Koninck toch zo heerlijk Belgies en kan hij vooral de neiging niet onderdrukken om zoals een goedgemutste nonkel/oom pater uit onze Congo van weleer het kroezelige krullebolletje van ons ZuidNederlands te strelen. Telkens opnieuw overvalt hem de bekeringsijver van een missionaris en aanhoort hij ons ‘provincialistisch’ idioom als een dialect vol achterhaalde (wan)klanken. Het moet hem blijkbaar in de oren klinken zoals het Lingala voor een Scheutist heeft geklonken ten tijde van Leopold II, De Grote in zjn illustere vrijstaat. Kortom, weg met die handel, weg met die achterlijkheid die dringend moet worden bijgeschaafd. Het is een vanzelfsprekendheid die hij deelt met de genetisch belaste Fransman die zijn LANGUE d’oil steevast tegenover les DIALECTS occitans weet te plaatsen. Pourquoi le monde ne parle-t-il pas le français…
Van onze Noorderling is dit overigens heel begrijpelijk. Want gelet op zijn autarkische geaardheid en vooral met Je maintiendrai als wapenspreuk moet zijn couleur locale ook hier stand houden. Niet verwonderlijk dat Albert Heijn ons heel recent kwam zegenen met boven- de- Moerdijkse dingen die hem en ons allen ontbreken. Handig overigens want nu moet ik niet over de grens om er met een gepikte/ gejatte wietpas aan te kopen. Ik moet eerlijk toegeven dat ik gek ben op zoute drop van Venco, Amsterdamse Ossenworst en vooral op gerookte paling. Deze laatste lekkernij is voor mij alle denkbare sterren van de Guide Michelin waard. Stroop ze, beste broeder, blijf ze dus stropen en roken…


De Neder-Vlaming.


Zullen we voor anderstaligen ons laagland van nieuwe faciliteiten voorzien? We zijn ermee vertrouwd dank zij de vele generaties Beulemansen en Kakebroeken (dixit Jules Destrée). Zeg maar de aangepaste Flamand de service te vergelijken met de “évolué” tijdens onze koloniale tijden.
Om er toch maar bij te horen is er -weliswaar onder een andere vorm - een nieuwe ‘évolué of aangepaste’ opgedoken: de Neder- Vlaming. Hij is aandoenlijk gutturaal en hij schrijft in een oranje kilt. Dit kokkette kledingsstuk is veel handiger en sneller zelfs dan wanneer hij zijn broek moet afstropen. (1) Syfilis, al eeuwen een niet- kerkelijke aandoening kent vele stadia. Om het op te lopen moet ge eveneens uw broek laten zakken. De zucht naar roem, in dit geval de literaire samen met de centjes natuurlijk is hiermee te vergelijken.
“Literaire erkenning van blijvende betekenis verkrijgt men alleen wanneer men weigert te doen wat uitgevers willen, weigert te schrijven wat het publiek wil, weigert aan de heersende smaak te voldoen, weigert om maatwerk te leveren.” Lafcadio Hearn.
En zij die over deze anderstalige redacties, het collaborerend establishment, de collusie met de media en bevriende fondsen nog maar een kleine vraag durven stellen worden meteen de nodige ezelsoren aangenaaid en als een gefrusteerde, oubollige, jaloerse, rancuneuse, zonder aangepast artistiek bevattingsvermogen in het verdomhoekje geplaatst. Altijd opnieuw kan men dezelfde argumenten in de replieken lezen.
Ach, ach, ach. Het zal me een Amsterdamse Ossenworst wezen…
Frank De Vos
(1) http://mededelingen.over-blog.com/article-gelukkig-zijn-we-meertalig-117066497.html

 




Vorige werk: Yukio Mishima en Henri-Floris Jespers Terug naar overzicht Letteren  Volgende werk: Diamonds and rust, Joan Baez