Céline, de Verbrande (II)

TEKST groter lettertype kleiner lettertype

donderdag 30 oktober 2014 om 15:48 uur.    |    Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 1600 maal bekeken.


Voor mijn verjaardag heb ik me op een uitstap naar Poelkappele getrakteerd. In het ’T Oud Gemeentehuis was er een bijeenkomst van enkele Céliniens, liefhebbers van de schrijver Louis-Ferdinand Céline (Louis Ferdinand Destouches 1894-1961) die ik in Mededelingen van het CDR reeds belichtte (1). In Poelkapelle werd Céline zwaar gewond en op 27 oktober 1914 afgevoerd.
Louis-Ferdinand Céline
Dit feit was dan ook de reden waarom de heer Leyn deze samenkomst had georganiseerd. Waar de wondere encyclopedie van Mededelingen soms toe kan leiden. Want via het bewuste artikel was hij me op het spoor gekomen. Bij een ‘boerestutte’ met Beauvoorde-paté of een pannenkoek met de nodige koppen koffie kwam het tot een levendig gesprek met de initiatiefnemer en Jean-Jacques Régibier, journalist bij France3 en de respectievelijke echtgenotes.

            ‘ On ne se fait pas payer pour avoir eu honte d’être un homme’.


In zijn ‘Trésors d’Enfance’ beschrijft Christian Signol (2) de walg van zijn grootvader die zijn pensioen als veteraan van De Grote Oorlog weigerde, een walg die vele oud-strijders met hem deelden. We spraken niet alleen over Célines gestilleerde walg voor de mensheid maar ook over zijn bewondering voor François Rabelais (1483-1553), auteur van ‘Gargantua en Pantagruel’, een literair monument dat in de Franse volkstaal werd geschreven. Deze schrijver heeft in het Frans zijn sporen nagelaten ( bv pantagruélique ). Tijdens mijn humaniora maakte ik er kennis mee. In navolging van Rabelais schreef Céline - alle andere Franse schrijvers vond hij maar niets- in de volkstaal waarbij hij volgens Jean-Jacques Régibier ook een eigen ‘argot’ (bargoens) hanteerde. Natuurlijk zijn de drie puntjes kenmerkend voor Céline, iets dat Houellebecq, wat mij betreft zijn literaire kleinzoon door puntkomma’s verving.


Natuurlijk kwam Célines abject en virulent antisemitisme aan bod (cfr Bagatelles pour un massacre (1937), L’École des cadavres (1938) ). Volgens de heer Leyn is dit terug te voeren op de invloed van zijn vader en de affaire Dreyfus, het weid verspreid anti-semitisme in de jaren 30 in Frankrijk, bon-ton bij grote delen van de bevolking, het opportunisme van Céline: met zo een pamfletten viel veel geld te verdienen gezien het algemeen klimaat in Frankrijk. Mogelijk speelden een paar persoonlijke tegenvallers in het leven van Céline een rol waar Joodse mensen mee gemoeid kunnen zijn of waarvoor Céline hen alvast al dan niet terecht voor verantwoordelijk achtte. Céline was tegen alle kerken, zowel katholieke, christelijke, joodse, islamitische en vrijmetselaars, tegen de macht van partijen, vakbonden en drukkingsgroepen. ‘Een superindividualist met een arendsblik en scherpe pen. Tu l’ aime ou tu ne l’ aime pas’ aldus Leyn.

In de Franse taalwereld kan men een onderscheid maken tussen de man en zijn brilliante pen. Céline wordt er nog steeds gelezen. In de reeks ‘Hors Série’ wijdde Le Monde een speciaal nummer aan hem (3) Maandelijks verschijnt ‘Le Bulletin Célinien’ (zie foto). Dit is 100 % Belgisch en het wordt verzorgd door de Brusselaar Marc Laudelout, die wordt erkend als één van de grote Céline-kenners(in Frankrijk) .
Alle tricolorie ten spijt zijn we bij ons van de Franstalige cultuur door een soms lachwekkend Engelskiljonisme ( Closing Time, As Sweet as it gets, Art Attacks enz ) bijna afgesneden, wat Rik Torfs eveneens betreurt (4): ‘Le Soir en vooral La Libre Belgique hadden vroeger een groot aantal lezers in Vlaanderen. Dat opende hun wereld. Maar die tijd is voorbij…..Een gelijkaardig verschijnsel treft de literatuur in Vlaanderen. Dan heb ik het niet in de eerste plaats over Vlamingen die - vaak briljant - in het Frans schreven, zoals Emile Verhaeren of André Baillon. Maar wel over de Franstalige invloed die afgesloten is, waardoor wij net als Denen, Zweden en Nederlanders haast exclusief naar Angelsaksische voorbeelden kijken.’
Toch nog even een pluim voor onze noorderburen want het is de Nederlander E.Kummer die zich als vertaler en essayist veel met Céline heeft beziggehouden. Zijn conclusie: groot als schrijver, fout als mens. Céline, een geniale gek?
En binnenkort sla ik de hand aan enkele romans van Patrick Modiano, kersvers winnaar van de Nobelprijs Literatuur 2014.
Frank De Vos
(1) http://mededelingen.over-blog.com/article-louis-ferdinand-celine-de-verbrande-110735093.html
(2) http://mededelingen.over-blog.com/article-christian-signol-120042154.html
(3)‘ Une vie, une œuvre. Céline entre génie et provocation’, Le Monde hors-série, 122 blz ISBN : 978-2-36804-025-6 , 7,90 €
(4)http://www.demorgen.be/opinie/geef-kwaliteit-niet-op-omdat-ze-te-belgisch-is-a2103139/


 




Vorige werk: Wereldoorlog I met haiku’s herdacht. Terug naar overzicht Letteren  Volgende werk: Flamenco: een Benidorm Bastard