Over de helaasheid van het bevattelijke.

TEKST groter lettertype kleiner lettertype

vrijdag 27 augustus 2010 om 12:43 uur.    |    Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 1295 maal bekeken.


Mijn goede gelovige vriend, al zovele jaren,

Vanavond thuis, genietend van muziek, eindelijk na enkele hectische weken met elke avond diverse activiteiten. Op de achtergrond klanken van het Stabat Mater van Pergolesi. Een middeleeuws mystiek gedicht dat velen op noten hebben gezet.Dat van Pergolesi is een pareltje. De lijdende moeder Gods aan het kruis waarop haar zoon is genageld.Voor gelovigen is het een ontroerend religieus verhaal, voor niet gelovigen, zoals ik is het dienstig als een metafoor voor alle lijdende moeders op aarde. Moeders van Irak tot Afrika met hun stervend kind in de armen. Het desolate verdriet van diep menselijk leven dat af en toe wordt vastgelegd op een foto die de prijs van de ‘World Press’ behaald.

Ik heb net “ Als een kinderhemd” van Kristien Hemmerechts gelezen, een blikopener van een vrouw. De blikopener mag je meerlagig lezen Ze schrijft over verlies, een belevenis uit het leven gegrepen. Ze beschrijft dit in een mooie eenvoudige taal.

Zondag op het Schoonselhof gaan wandelen, het graf van Chayane, mijn gestorven petekindje, bezocht. Nog steeds ben ik ontroerd na zovele maanden. Ik herinner mij nog levendig de apparatuur waaraan hij hing, de bedrading en infusen als orgelpijpen.

Je broer gebeld en vernomen dat je vader zeer ziek is en een orale chemotherapie volgt. Toen heb ik pas begrepen wat je bedoelde toen je zei dat je ouders “langs de lijn van de (on)vergankelijkheid wandelen”. Wil mijn steun aanvaarden.

Laatst sprak je van het ‘ Het vijfde wonder’ van Paul Davies. Ik heb de tijd genomen om even wat rond te neuzen. Ik dank je voor deze gouden tip.

Biogenese of de grote sprong voorwaarts van de levensloze naar de levende materie.Hij geeft zijn visie over de oorsprong van het leven met” superbugs”. Deze zijn in alle omstandigheden ontzettend immuun en hebben mogelijk ooit door tijd en ruimte kunnen reizen om op deze gastvrije planeet te ontkiemen. Aldus hebben zij het leven op aarde mogelijk gemaakt. Hij spreekt over de mogelijkheid van biovriendelijke wetten, die het leven voortbrengen. Geen klassieke wetten die informatiearm zijn, maar wetten die informatierijk zijn en zelfordenend.
Uiteindelijk geeft hij geen verklaring geeft voor de oorsprong van het leven “ an sich” of waar die allereerste cel vandaan komt.Hij komt niet verder dan een interessante hypothese over de geschiedenis maar niet over de oorsprong van het leven.

Een ander fenomeen is de noögenese of de sprong naar het bewustzijn. Hier verschijnt de mens. Door allerlei ingewikkelde chemische processen is hij in staat om zichzelf als object te beschouwen. Hij is in staat tot reflectie en introspectie. Hij is de zoekende mens, soms verwonderd, soms angstig om wat hij om zich heen ziet gebeuren. Hij is een vragende mens met nood aan orde, met nood om de natuur te bevatten.Hij ziet het licht en donker worden en deelt de dagen op in dag en nacht. Hij gaat verder en zet zijn zintuiglijke ervaring om in abstracte begrippen. Zijn fantasie slaat op hol door zaken die niet, soms niet langer uit diezelfde zintuiglijke ervaring kunnen worden waar genomen. Zo ervaart hij tijd, zet deze om in dagen die 24 uren duren. Begrippen als tijd, kilo’s, liters en kilometers zijn niet meer dan vrije creaties van de menselijke geest. Het newtoniaanse wereldbeeld is geboren met God als een horlogemaker die de radertjes perfect in elkaar heeft gestoken. Kosmisch gezien zijn zij inderdaad onbestaand. Het zijn conventies die we aannemen.

Met Einstein en vooral met de onzekerheidrelaties van Heizenberg kunnen we spreken van een gigantische paradigmaverschuiving. Ik gebruik hier de onzekerheid als een metafoor. Elke fysicus zal me hier waarschijnlijk afschieten. Ik beken dus ootmoedig mijn onkunde in deze materie. Einstein was zich zeer bewust van wat hij met zijn relativiteitstheorie had ontwikkeld. Hij kon zich er moeilijk bij neerleggen. Tijdens een gesprek met Max Planck lanceert hij ‘ God dobbelt niet!”, zijn beroemde oneliner. Ik beschouw het als een normale reflex van gelovige mensen. Ze wagen zich aan allerlei verzoeningspogingen om nieuwe denkpatronen met de oude te laten samengaan. Dit tot het samengaan onhoudbaar blijkt.
Onnodig je te verwijzen naar Teilhard de Chardin, die de wetenschappelijke evolutietheorie van Darwin met het christelijke geloof wilde verzoenen, naar Whitehead en zijn procesfilosofie waarin zijn God, nooit dwingend maar op een positieve manier de natuur beïnvloedt. Geloof dus maar geen feiten want deze zijn een onmogelijk huwelijk.

Wat me steeds verwondert is het feit dat eminente wetenschappers hun tijd en energie steken in het luchtledige van een geloof in een God. God, de Deus ex machina om het verhaal te redden. Dit a priori denken staat toch zo haaks op de wetenschap. Onnodig je Henri Poincaré is herinnering te brengen:

“Het denken mag zich nooit onderwerpen, noch aan een dogma, noch aan een partij, noch aan een hartstocht, noch aan een belang, noch aan een vooroordeel, noch aan om het even wat, maar uitsluitend aan de feiten zelf, want zich onderwerpen betekent het einde van alle denken.”

We zijn er tot nu toe nog niet in geslaagd om het nieuwe paradigma in het dagdagelijkse tastbaar om te zetten. Vraag is of dat wat toepasbaar is in de microkosmos überhaupt toepasbaar is in de macrokosmos en omgekeerd.
Zoals hoger vermeld hebben we enkel de conventies die we aannemen.
Tot liters, kilo’s en het ‘1+1 is twee’ zijn we gedoemd zoals tot onze taal met zijn vele onderliggende lagen. Met Newton werd de natuur bevattelijk, hoe helaas deze bevattelijkheid ook is gebleken. ‘Et alors? ‘ zei Mitterand.

Laat me dus maar in de eindeloze, onmachtige mond van de poëzie ronddwalen, mijn vluchtheuvel, mijn ergernis, mijn verslaving en mijn toeverlaat.
Laat me daar maar de bricoleur van Claude Lévi Straus wezen. Een bricoleur met zijn betrokken blik naast het blikveld gericht, met het verlangen om daar mogelijk te kunnen zien wat niet kan worden bekeken.
Ik weet me hierin gesterkt door Heidegger die stelde dat de wetenschap door de restricties van de werkelijkheid er nooit in zal slagen om deze adequaat te verwoorden. Volgens hem is alleen poëzie bij machte om deze aan te raken.
En is er iets mooier dan deze te strelen. Niet alleen het strelen van het esthetische in de vorm van bijvoorbeeld een mooie vrouw, maar eveneens het rauwe van de werkelijkheid, de vergankelijkheid, de vernietiging als een overdonderend en subliem facet waarmee we moeten leven?

Hartelijk toegenegen.
Frank

 




Vorige werk: Einde zomer en de Nestorpijs Terug naar overzicht Letteren